Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
In deze paragraaf laten we zien hoe het weerstandsvermogen is samengesteld en hoe het tot stand komt. Het geeft antwoord op de vraag: hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?
De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen – geactualiseerde beleidsnota 2015 en de beleidsnota reserves en voorzieningen (2018).
Weerstandsvermogen
Ratio weerstandsvermogen €16.665.000 / €15.800.000 = 1,055
De totale omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit (teller) is €16.665.000. Het beschikbare weerstandsvermogen is gestegen van €15,9 miljoen naar €16,7 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de storting van €750.000 voor het dekken van het risico Slim warmtenet (zie 2e kwartaalrapportage 2021).
De totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit (noemer) is €15.800.000. Ten opzichte van de voorjaarsnota 2021 is dit €100.000 lager. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager risico in de grondexploitaties (o.a. Steenbrugge en Leisurestrip Holterweg - zie paragraaf Grondbeleid) en een hoger risico rondom de aardgasvrije wijk (Slim Warmtenet Zandweerd).
Conform de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen houden we, naast de geïnventariseerde risico’s rekening met een extra buffer voor financiële tegenvallers waar niemand rekening mee houdt. Deze zogenaamde minimumnorm biedt een soort veiligheidsmarge.
Voor het bepalen van de minimumnorm wordt de ‘artikel 12-norm’ van de Financiële verhoudingswet (Fvw) gehanteerd (zie artikel 23, lid 1 – Fvw). Hierin wordt uitgegaan van 2% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds en 2% van de OZB capaciteit 2022.
Doordat ten opzichte van de vorige bepaling van de ratio weerstandsvermogen de omvang van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) in verhouding tot het weerstandsvermogen (beschikbare weerstandscapaciteit) beperkt is gedaald (circa €100.000), is de uitkomst van de ratio zo goed als gelijk gebleven (ratio was 1,062).
Relevante aspecten
- 51 risico’s komen in aanmerking voor het aanhouden van weerstandsvermogen.
- 11 van deze risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
- Er zijn geen risico’s (negatief gevolg) waarop gerelateerde kansen (positief gevolg) in mindering zijn gebracht.
Conclusies
De uitkomst van de ratio weerstandsvermogen is 1,055. In de voorjaarsnota 2021 was de uitkomst 1,0. Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het overschot (dit is het bedrag dat nodig is om een weerstandsratio 1 te krijgen) toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve.
De gemeente beschikt met deze uitkomst op dit moment over voldoende weerstandsvermogen om de belangrijkste financiële risico’s volledig op te vangen.
De fondsbeheerders van het gemeentefonds (algemene uitkering) hebben besloten de besluitvorming voor de invoering van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds aan het volgend kabinet te laten. Dit betekent dat de invoering van de nieuwe verdeling opschuift naar 1 januari 2023 en de financiële effecten in de komende jaren voor de gemeente Deventer onzeker blijven.
De gemeente Deventer zal de financiële risico’s en ontwikkelingen continue en nauwlettend volgen. Waar mogelijk en noodzakelijk worden extra beheersmaatregelen genomen. In de jaarrekening 2021 wordt de ratio weerstandsvermogen opnieuw bepaald.
Hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?
Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
Deventer maakt onderscheid tussen specifiek weerstandsvermogen en generiek weerstandsvermogen. Het specifieke weerstandsvermogen is gebaseerd op de specifiek gekwantificeerde risico’s. Bekende voorbeelden zijn de risico’s met betrekking tot de grondexploitatie en bijstandsuitkeringen. Daarnaast loopt Deventer risico’s als gevolg van economische vooruitzichten en politieke- en bestuurlijke besluitvorming.
Voorbeelden daarvan zijn de gevolgen van de Coronacrisis, de algemene uitkering (gemeentefonds) en op dit moment de herijking van de verdeling van het gemeentefonds, verkoop van gronden en panden, de verbonden partijen, de garantstellingen en de nog te implementeren lopende heroverwegingen. Om te bepalen of Deventer beschikt over voldoende weerstandsvermogen wordt drie keer per jaar in het kader van de planning & control cyclus de ratio weerstandsvermogen bepaald.
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
Meer informatie
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Voor Deventer zijn dit de specifieke reserve¹, de onbenutte (flexibele) begrotingsruimte, de onbenutte investeringsruimte, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves.
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit
(bedragen x €1.000)
Element | Onderdeel | Waarde |
Specifieke weerstandsreserve 31-12-2021 | 15.325 | |
Onbenutte begrotingsruimte | Post onvoorzien | 240 |
Stelpost structurele autonome ontwikkelingen | 350 | |
Stelpost accres algemene uitkering (gemeentefonds) | 750 | |
Onbenutte investeringsruimte | - | |
Onbenutte belastingcapaciteit | - | |
Stille reserves | p.m. | |
Saldo weerstandscapaciteit 31-12-2021 | 16.665 |
Specifieke weerstandsreserve
Het beschikbare weerstandsvermogen is gestegen van €15,9 miljoen naar €16,7 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de storting van €750.000 voor het dekken van het risico Slim warmtenet (zie 2e kwartaalrapportage 2021).
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
De onbenutte (flexibele) begrotingsruimte bestaat in Deventer uit de posten Onvoorzien, de stelpost Autonome ontwikkelingen en de stelpost Accres algemene uitkering (gemeentefonds).
Onbenutte investeringsruimte, onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves
Er is geen vrije investeringsruimte beschikbaar en ook de belastingcapaciteit wordt volledig benut (kostendekkend). Deventer kent een aantal stille reserves (zie paragraaf Grondbeleid). De betreffende objecten zijn niet binnen 1 jaar te verkopen zonder een negatief effect op het bedrijfsproces. Dit betekent dat de waarde niet wordt meegenomen bij de omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de risico’s die gemeente Deventer loopt inclusief een extra minimumnorm. De minimumnorm wordt in de samenvatting benodigde weerstandscapaciteit toegelicht.
Deventer gebruikt een risicodatabase. Daarin worden de risico’s geregistreerd. In deze paragraaf wordt alleen uitgegaan van de risico’s met een financieel gevolg waarvoor weerstandsvermogen (een financiële buffer) wordt aangehouden. De belangrijkste financiële risico’s zijn in beeld.
Er zijn 51 financiële risico’s die in aanmerking komen voor het reserveren van weerstandsvermogen. Elf risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
Meer informatie
Risicokaart
Risico’s met een risicoscore van 9 of hoger
Gekwantificeerde risico's
De risico’s met een score ≥ 9 zijn in de tabel hieronder opgenomen. | |||||
Risico | Kans | Gevolg | Positie | Score | Programma |
Schadeclaim | Leefomgeving | ||||
Lasten: kans op schadeclaim | 40% | 825.000 | 3-3 | 9 | |
825.000 | |||||
Aardgasvrije wijk (Slim warmtenet) | Milieu en duurzaamheid | ||||
Lasten: kans op hogere kosten realisatie Slim warmtenet | 17% | 10.650.000 | 2-5 | 10 | |
10.650.000 | |||||
Omgevingswet | Ruimtelijke ontwikkeling | ||||
Lasten: kans op extra kosten a.g.v. implementatie Omgevingswet | 50% | 1.350.000 | 3-3 | 9 | |
1.350.000 | |||||
Poort van Deventer | Herstructurering en vastgoed | ||||
Lasten: kans op negatief effect niet doorgaan DOIC | 20% | 4.000.000 | 2-5 | 10 | |
4.000.000 | |||||
Sluiskwartier | Herstructurering en vastgoed | ||||
Lasten: kans op lagere opbrengst a.g.v. bijzondere setting nieuwbouw Sluiskwartier | 50% | 500.000 | 3-3 | 9 | |
Lasten: kans op lagere opbrengst woningen | 50% | 680.000 | 3-3 | 9 | |
1.180.000 | |||||
Bedrijvenpark A1 | Herstructurering en vastgoed | ||||
Lasten: kans op extra kosten door versnipperd eigendom | 30% | 700.000 | 3-3 | 9 | |
700.000 | |||||
BUIG | Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt | ||||
Lasten: kans op hogere uitkeringslasten Participatiewet dan het BUIG budget Deventer ontvangt | 35% | 4.400.000 | 3-5 | 15 | |
4.400.000 | |||||
Sociaal Domein (3D's) | Meedoen | ||||
Lasten: kans op hogere uitgaven Sociaal Domein | 70% | 1.000.000 | 4-3 | 12 | |
Lasten: kans op hogere uitgaven hulpmiddelen | 75% | 1.500.000 | 4-4 | 16 | |
2.500.000 | |||||
Mimik | Kunst en cultuur | ||||
Lasten: kans dat rente- en aflossing van lening niet wordt gerealiseerd | 50% | 600.000 | 3-3 | 9 | |
600.000 |
Significante daling risico-inventarisatie
De bruto omvang (dat wil zeggen het maximale financiële gevolg) van de risico-inventarisatie is gestegen met €3.100.000 ten opzichte van de voorjaarsnota 2021. Dit wordt veroorzaakt door een daling van risico’s in de grondexploitaties (circa €5.600.000) in combinatie met een significante stijging van het risico met betrekking tot de aardgasvrijewijk Zandweerd (Slim Warmtenet van circa €8.700.000).
De mutaties voor de grondexploitaties worden toegelicht onder programma Herstructurering en vastgoed. De mutatie van de aardgasvrije wijk wordt toegelicht onder het programma Milieu en duurzaamheid.
Samenvatting benodigde weerstandscapaciteit
Op basis van de complete risico-inventarisatie (dus inclusief de risico’s met een risicoscore < 9) is de bruto benodigde weerstandscapaciteit circa €37 miljoen. Na het corrigeren van deze risico’s met een zekerheidsfactor (toepassen simulatiemodel) ontstaat een reële omvang van de benodigde weerstandscapaciteit die wordt gerelateerd aan de beschikbare weerstandscapaciteit.
Minimumnorm
Er zijn ook risico’s waar moeilijk rekening mee valt te houden, bijvoorbeeld de soms sterk fluctuerende accressen van de algemene uitkering (gemeentefonds), de rijksbezuinigingen of de politieke en economische ontwikkelingen. Voor deze niet gekwantificeerde risico’s en tegenvallers houdt Deventer een extra buffer aan (de zogenaamde minimumnorm).
Voor 2022 is de minimumnorm als volgt bepaald:
Bedragen begroting 2022 x €1 | Geraamd bedrag | Minimumnorm 2% |
Algemene uitkeringen (gemeentefonds)* | 178 miljoen | 3,6 miljoen |
Verwachte OZB capaciteit 2022** | 29 miljoen | 0,6 miljoen |
Totaal | 207 miljoen | 4,2 miljoen |
*) exclusief integratie- en decentralisatie uitkeringen en inclusief inkomstenmaatstaven OZB. Voor de meerjarenbegroting 2022-2025 is op basis van de verwachte toevoeging aan de algemene uitkering inzake de jeugdzorg een bedrag van €9 miljoen extra opgenomen. Deze toename in de algemene uitkering voor de jeugdzorg is namelijk nog niet meegenomen in de berekening van de algemene uitkering op basis van de meicirculaire 2021;
**) begroting 2022-2025: zie paragraaf Lokale heffingen.
Monte Carlo simulatie methode
De kans dat alle geïnventariseerde risico’s zich voordoen is klein en de kans dat ze tegelijk optreden is miniem. Voor het bepalen van de impact wordt de uitkomst van de risico’s gecorrigeerd. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de Monte Carlo simulatie methode.
Deze methode geeft het volgende resultaat:
Bij een zekerheid van 90% is minimaal €11,60 miljoen weerstandsvermogen nodig om de potentiële risico’s af te dekken. De uitkomst is met €0,30 miljoen gedaald ten opzichte van de Voorjaarsnota 2021.
De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich voordoen. Deze verhouding wordt bepaald door de ratio weerstandsvermogen:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen als de uitkomst van deze ratio minimaal 1 is.
Beschikbare weerstandscapaciteit
€15.325.000 + €240.000 + €350.000 + €750.000 = €16.6655.000
Benodigde weerstandscapaciteit
€11.600.000 + €4.200.000 = €15.800.000
Deze twee uitkomsten geven het volgende resultaat:
Ratio weerstandsvermogen = €16.665.000 : €15.800.000 = 1,055
De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger dan de benodigde weerstandscapaciteit. Dit betekent dat er voldoende weerstandsvermogen is om volledig de gevolgen van het optreden van risico’s financieel op te vangen.
Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het overschot (dit is het bedrag dat voor een hogere uitkomst van de ratio 1 zorgt) toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve. Om tot een score van 1,00 te komen wordt €865.000 toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve. Deze toevoeging vindt plaats in onderliggende meerjarenbegroting 2022-2025.
Naast de ingeschatte risico’s heeft Deventer ook te maken met algemene onzekerheden.
Onder andere:
- Effecten als gevolg van de Coronacrisis
- Algemene uitkering (onzekerheid verdeelsystematiek en soms sterk fluctuerende accressen);
- BTW/BCF (ontwikkelingen en plafond BCF);
- Leegstand onroerende panden in eigendom;
- Restauratie monumentale panden;
- Financieringsrisico’s (rente- en kredietrisico’s);
- Garantstellingen (kans op aflossen krediet vanwege insolventie kredietnemer);
- Te ontvangen subsidies (kans op terugvordering door niet voldoen aan de subsidievoorwaarden).
Op basis van wat we nu weten, kunnen deze onzekerheden (risico’s) niet worden gekwantificeerd. Voor het opvangen hiervan zijn algemene weerstandsbudgetten beschikbaar. De omvang van de generieke weerstandsreserve is €22,0 miljoen per 01-01-2022, die naar verwachting daalt naar een bedrag van eenmalig €16,3 miljoen in 2025. Het totaal van deze bedragen vormt samen met de beschikbare weerstandscapaciteit het totale weerstandsvermogen.
Deelneming aan een verbonden partij kent financiële -, bestuurlijke - en beleidsinhoudelijke risico’s. De diversiteit in de verschillende verbintenissen (gemeenschappelijke regelingen, deelneming in vennootschappen met aandelenbezit en/of verstrekte leningen / garanties) levert onderscheid in de risico’s op. De te onderscheiden risico’s vereisen verschillende aandacht. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is algemene informatie en specifieke informatie opgenomen voor vorming van een beeld van het financiële risicoprofiel.
Wanneer (op grond van een concrete gebeurtenis) bij een bepaalde verbonden partij een risico wordt voorzien dat zou kunnen leiden tot een verlies op het ingebrachte kapitaal, de verstrekte lening of garantie of indien het leidt tot een verplichting (en het risico is kwantificeerbaar), dan zal daarvoor weerstandsvermogen worden aangehouden of een voorziening worden gevormd.
Aan de informatie over de verbonden partijen ontlenen wij in algemene zin geen aanwijzingen dat de gemeente voor bepaalde financiële risico’s bij verbonden partijen weerstandsvermogen moet aanhouden. Daarbij baseren wij ons mede op de accountantsrapporten die bij de jaarrekeningen 2019 van verbonden partijen worden afgegeven waarin de accountant aandacht besteedt aan de continuïteit van de bedrijfsvoering en actuele financiële informatie vanuit vennootschappen. Daarover zijn twee constateringen:
- De financiële effecten van coronamaatregelen bij voornamelijk de NV Deventer Schouwburg, de NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer (vanaf 2021 overgedragen aan de gemeente), NV Sportbedrijf Deventer en Het Groenbedrijf BV:
- In 2020 heeft de gemeente de financiën van de NV Deventer Schouwburg aangevuld met een bijdrage van eenmalig €300.000 om de liquiditeitspositie aan te vullen. Deze bijdrage is naar 2021 doorgeschoven en wordt in principe eind 2021 teruggestort. Daarnaast heeft de schouwburg een bijdrage over 2020 ontvangen in de vorm van kwijtschelding van een deel van haar huurachterstand over 2020 aan de NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer (€95.000 afgerond). Ook voor 2021 heeft de schouwburg coronasteun van de gemeente ontvangen ad €280.000.
- Het sportbedrijf ontving in 2020 €150.000 gemeentelijke coronasteun. Ook is het waarschijnlijk dat het sportbedrijf ook over 2021 nog aanvullende gemeentelijke coronasteun zal aanvragen.
- Het Groenbedrijf ontving over het exploitatiejaar 2020 €128.000 gemeentelijke coronasteun. Hiervoor heeft de gemeente een reserve beschikbaar waaruit deze bedragen gedekt kunnen worden.
- In 2020 heeft de gemeente een kortlopende kasgeldlening van €910.000 aan de NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer ( NV MVD) verstrekt voor de in 2020 opgelopen huurachterstanden wegens coronamaatregelen. Bij brief van 22-1-2021 geeft de directeur van de NV MVD te als mogelijk oninbaar zal zijn en dat de NV hiervoor een voorziening aan zal leggen. De gemeente is moet in 2021 met de huurders in gesprek om te beoordelen in welke mate de huren oninbaar zullen zijn. De gemeente heeft een reserve beschikbaar waaruit deze nadelen gedekt kunnen worden.
- De financiële situatie van de NV Deventer Schouwburg in algemene zin. De continuïteit van deze NV en daarmee een nog nader vast te gaan stellen sluitende meerjarige begroting voor de schouwburg (momenteel een structureel nadeel van afgerond €463.000) is afhankelijk van nog te nemen gemeentelijke besluitvorming over de toekomst van het Cultureel Centrum (Plan Nieuwe Keizer) en de positie van de schouwburg daar in. Daarnaast is definitieve gemeentelijke besluitvorming over het verstrekken van gemeenteleningen voor vervangingsinvesteringen aan de schouwburg nodig. Voorwaarde daarvoor is eveneens een sluitende meerjarige begroting.
In de tabel hieronder zijn de verbonden partijen opgenomen waarin Deventer een geactiveerd financieel belang heeft en de omvang daarvan per 31-12-2020.
(bedragen x €1)
Verbonden partij | Deelneming | Lening | Garantie |
NV Centrumgarage Deventer | 39.552 | - | - |
Het Groenbedrijf BV | 30.000 | - | - |
NV Sportbedrijf Deventer | - | 13.589.049 | 1.408.654 |
NV Bergkwartier | 1.561.004 | - | - |
NV Deventer Schouwburg | - | - | - |
NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer | 22.610.572 | 18.504.584 | - |
NV Luchthaven Teuge | 489.857 | - | - |
Circulus-Berkel BV | 15.882 | - | - |
Enexis BV | 932.512 | 1.354.025 | - |
BNG Bank | 60.650 | - | - |
Vitens NV | - | 123.804 | - |
Dataland BV | 0 | - | - |
Vordering op Enexis BV | 52 | 0 | - |
Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV | 1 | - | - |
Verkoop Vennootschap BV | 0 | - | - |
CBL Vennootschap | 0 | - | - |
CSV Amsterdam BV | 52 | - | - |
Totaal | 25.704.134 | 33.571.462 | 1.408.654 |
In de paragraaf Verbonden partijen wordt verder ingegaan op de financiële risico’s in relatie tot de verbonden partijen.
Meer informatie
Inzicht
Met ingang van het begrotingsjaar 2016 worden door het BBV diverse kengetallen voorgeschreven. De invoering van de set van kengetallen is voornamelijk bedoeld om de financiële positie inzichtelijker en tussen gemeenten vergelijkbaar te maken. De onderstaande meerjarenbalans voor de jaren 2022 – 2025 vormt de basis voor een aantal van deze kengetallen.
Geprognosticeerde balans
Door de wijziging in het BBV is met ingang van het begrotingsjaar 2018 een geprognosticeerde balans voorgeschreven. De geprognosticeerde balans biedt inzicht in de verwachte financiële ontwikkeling van de gemeente.
(bedragen x €1.000)
Activa | 1-1-2022 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2025 | Passiva | 1-1-2022 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2025 |
Vaste activa | Vaste passiva | ||||||||||
Immateriële vaste activa | 5.265 | 4.989 | 4.710 | 4.427 | 4.139 | Eigen vermogen | 93.024 | 89.758 | 86.959 | 81.666 | 82.703 |
Materiële vaste activa | 252.687 | 260.629 | 274.752 | 283.790 | 278.295 | Voorzieningen | 11.976 | 12.316 | 13.108 | 13.201 | 13.295 |
Financiële vaste activa | 63.322 | 61.739 | 60.207 | 58.837 | 57.460 | Vaste schulden rente-typische looptijd >1 jr | 242.970 | 229.921 | 213.489 | 233.489 | 179.162 |
Totaal vaste activa | 321.274 | 327.357 | 339.669 | 347.054 | 339.894 | Totaal vaste passiva | 347.970 | 331.995 | 313.556 | 328.356 | 275.160 |
Vlottende activa | Vlottende passiva | ||||||||||
Voorraden | 48.663 | 21.526 | 13.626 | 8.386 | 10.042 | Netto vlottende schulden rente-typische looptijd <1jr | 50.081 | 44.391 | 66.964 | 54.005 | 100.970 |
Vorderingen | 29.743 | 29.743 | 29.743 | 29.743 | 29.743 | Overlopende passiva | 35.959 | 35.959 | 35.959 | 35.959 | 35.959 |
Liquide middelen | 1.283 | 1.283 | 1.283 | 1.283 | 1.283 | ||||||
Facilitair grondbeleid | 6.766 | 6.155 | 5.877 | 5.573 | 4.846 | ||||||
Overlopende activa | 26.281 | 26.281 | 26.281 | 26.281 | 26.281 | ||||||
Totaal vlottende activa | 112.736 | 84.988 | 76.810 | 71.266 | 72.195 | Totaal vlottende passiva | 86.040 | 80.350 | 102.923 | 89.964 | 136.929 |
Balanstotaal activa | 434.010 | 412.345 | 416.479 | 418.320 | 412.089 | Balanstotaal passiva | 434.010 | 412.345 | 416.479 | 418.320 | 412.089 |
De opgestelde geprognosticeerde balans gaat net als de meerjarenbegroting over de jaren 2022-2025. Met het maken van een balansprognose wordt in feite een reële schatting gemaakt van verschillende balansposten op basis van de balans gepresenteerd bij de jaarrekening 2020, de verwachte investeringen en de lopende aflossingsverplichtingen. Aan de hand van deze gegevens wordt in een geprognosticeerde balans inzicht gegeven in de ontwikkeling van de balansposten: vaste en vlottende activa, vreemd en eigen vermogen.
Bij het opstellen van de meerjarenbalans is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten:
Vaste activa
Door verwachte investeringen en jaarlijkse afschrijvingen/aflossingen wijzigt het saldo van de vaste activa.
Vlottende activa
De vlottende activa daalt door de verwachte verkoop van gronden.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen is gebaseerd op het (meerjarige) verloop van de reserves. Het saldo wijzigt door het realiseren van afgesproken prestaties.
Voorzieningen
De voorzieningen zijn gebaseerd op het (meerjarige) verloop van voorzieningen.
Schulden > 1 jaar
De schulden > 1 jaar zijn gebaseerd op de staat van opgenomen langlopende geldleningen. Het saldo muteert door het aantrekken van nieuwe leningen voor voorgenomen investeringen en jaarlijkse aflossingen van bestaande leningen.
Schulden < 1 jaar
De schulden < 1 jaar zijn geraamd op het niveau van de jaarrekening 2020. Hierbij is rekening gehouden met de toegestane kasgeldlimiet.
Overlopende passiva
De overlopende passiva is geraamd op het niveau van de jaarrekening 2020.
Kengetallen
Deventer neemt de landelijk voorgeschreven financiële kengetallen op in de begroting. De kengetallen zijn gebaseerd op de geprognosticeerde meerjarenbalans en gaan uit van ongewijzigd beleid. De kengetallen en de meerjarenbalans geven een beeld van de financiële positie in de komende jaren. In onderstaande tabel zijn de uitkomsten van de kengetallen opgenomen met daaronder een korte toelichting.
De meerjarige prognoses zijn gebaseerd op de balans per 31 december van het betreffende jaar.
Kengetal (in %) | R2020 | B2021 | B2022 | B2023 | B2024 | B2025 |
Netto schuldquote | 65 | 66 | 65 | 69 | 70 | 69 |
Netto schuldquote gecorrigeerd | 55 | 57 | 56 | 59 | 61 | 60 |
Solvabiliteitsratio EV/TV | 21 | 21 | 22 | 21 | 20 | 20 |
Structurele exploitatieruimte | 4,80 | 0,53 | 2,77 | 1,07 | 0,34 | 0,00 |
Grondexploitatie | 12 | 13 | 6 | 4 | 3 | 4 |
Belastingcapaciteit | 95 | 100 | 97 | 97 | 97 | 97 |
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft de verhouding weer van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen.
Netto schuldquote = Netto schuld : Totale inkomsten (exclusief mutatie reserves)
Een netto schuldquote hoger dan 130 is voor een gemeente niet gunstig. De gemeente heeft in dat geval een zeer hoge schuldpositie en doet er goed aan om de schulden af te bouwen en daarmee de financiële positie te verbeteren. Dit betekent concreet een terughoudend investeringsbeleid met geleende middelen en het afbouwen van voorraden bouwgrond. Bij een percentage tussen 100 en 130 geldt dat voorzichtigheid is geboden.
In 2022 blijft de schuldquote van Deventer stabiel ten opzichte van 2020 en 2021 om vervolgens in 2023 weer licht te stijgen.
Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Het hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die middelen vervolgens zijn doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Om dit effect voor de beoordeling te corrigeren volgt hieronder de netto schuldquote exclusief leningen door verstrekt aan derden.
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)
De hoogte van de schuld wordt ook bepaald door de leningen die Deventer door verstrekt aan derden. Hoewel over deze leningen risico wordt gelopen wordt verondersteld dat deze worden terugbetaald. Wanneer het vorig kengetal met deze verstrekte leningen aan derden wordt gecorrigeerd is de uitkomst aanzienlijk lager. Dit is logisch, omdat de teller van de breuk wordt verlaagd en de noemer gelijk blijft.
Netto schuldquote = Netto schuld (exclusief leningen aan derden) : Totale inkomsten (exclusief mutatie reserves)
In 2022 daalt de schuldquote van Deventer vergeleken met 2021 om vervolgens in 2023 weer te stijgen.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de bezittingen op de balans zijn gefinancierd met eigen vermogen en in hoeverre Deventer in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de uitkomst van de ratio, hoe groter de weerbaarheid.
Solvabiliteitsratio = Totaal eigen vermogen : Totaal van de balans
Er zijn door de VNG (nog) geen richtlijnen gegeven voor uitkomsten die wijzen op een ‘gezonde’ solvabiliteit.
Vergeleken met 2021 is de solvabiliteitsratio licht gestegen. Daarna daalt de ratio licht. De solvabiliteit kan worden verbeterd door de omvang van de reserves (eigen vermogen) te verhogen of door minder te investeren waardoor de financieringsbehoefte lager wordt en daardoor minder wordt geleend.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Het geeft inzicht in welke mate de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten. Een positieve uitkomst betekent dat er structureel voldoende baten zijn om de lasten te dekken. Over het algemeen geldt als richtlijn; hoe hoger de uitkomst des te gunstiger dit is voor Deventer.
Grondexploitatie
Grondexploitatie = Bouwgrond in exploitatie (BIE) : Totale inkomsten
De grondexploitaties (voorraad bouwgronden) kunnen een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. Wanneer een gemeente leningen heeft afgesloten om grond te kopen voor (toekomstige) projecten is dit een schuldpositie. Van belang is om te weten of deze schuld kan worden afgelost uit de opbrengsten van de verkoop van de bouwgronden (kavels). Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) opbrengsten (baten). Vergeleken met 2021 is er een dalende lijn zichtbaar.
Belastingcapaciteit
Belastingcapaciteit = Totale woonlasten : Gemiddelde woonlasten landelijk
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Voor het bepalen van de ruimte is een ijkpunt nodig. In dit geval wordt als ijkpunt gekeken naar de landelijk gemiddelde tarieven. Er is geen maximum gesteld aan de belastingopbrengsten dus betreffen de gemiddelde tarieven slechts een indicator. Hoe verhoudt de eigen belastingdruk zich tegenover het landelijk gemiddelde van alle gemeenten.
Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. De stijging in 2021 wordt veroorzaakt door een stijging van het tarief afvalstoffenheffing. In 2022 daalt de belastingcapaciteit doordat het landelijk gemiddelde sterker stijgt dan de woonlasten in Deventer. De uitkomsten vanaf 2022 zijn geëxtrapoleerd, omdat landelijke cijfers voor die jaren niet bekend zijn.
Conclusie
De gemeente is financieel gezond. Dit blijkt uit het feit dat een reëel structureel sluitende begroting wordt gepresenteerd met structurele exploitatieruimte. Deze begroting heeft voldoende flexibiliteit om eenmalige en structurele tegenvallers op te kunnen vangen. Met betrekking tot de belastingdruk zitten we boven het landelijk gemiddelde. De ratio’s die betrekking hebben op de schuldpositie en grondexploitatie geven geen aanleiding om het financiële beleid bij te stellen.