Interne en externe ontwikkelingen

Wij verwachten een aanhoudende druk op de woningmarkt in 2022 waardoor de planresultaten van de grondexploitaties stabiel zullen zijn. De snelheid van uitgifte wordt overigens wel beïnvloed door de situatie in de bouw met schaarste aan menskracht en grondstoffen. Ook de vraag naar bedrijventerreinen en overige voorzieningen is goed. Of dat tot stabiele resultaten leidt is afhankelijk of er een match kan worden gevonden tussen de beschikbare gronden en de vraag uit de markt. Voor het A1 Bedrijvenpark bepalen ook de investeringen voor het westelijke deel (eventuele aankopen en infrastructurele werken) de planresultaten van de grondexploitaties. De prijsontwikkelingen zijn stevig.

In 2022 start de verkoop in de tweede fase van Steenbrugge. Dat geldt ook voor diverse inbreidingslocaties zoals van Heetenstraat, Wittenstein en het Sluiskwartier. De voorbereidingen voor de uitgifte van gronden in het westelijke deel van het A1 Bedrijvenpark worden in 2022 voortgezet.

Nieuwe ontwikkelingen in Hagenvoorde en Okkenbroek worden ook voorbereid voor de ontwikkeling van woningbouw. In 2021 is op diverse gronden het voorkeursrecht gevestigd. Voor de gronden in Loo en Lettele worden de voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van woningbouw ook opgestart.

Naast de al genoemde schaarste aan mensen en bouwmaterialen draagt ook de stikstofcrisis nog een steentje bij aan de onzekerheid in het mogelijke bouwtempo. Plannen zoals Tuinen van Zandweerd en de realisatie van de containerterminal aan de Westfalenstraat hebben hier al eerder mee te maken gehad. Dit aspect wordt zorgvuldig bewaakt.

Ook wordt gewezen op de technische mogelijkheden en voortgang van de energietransitie. Nieuwe vormen van energie zijn kostbaar en niet altijd tijdig voorhanden en de capaciteit van het bestaande elektriciteitsnet is overbelast. Dat vraagt bijvoorbeeld in de uitvoering van Tuinen van Zandweerd en het A1 Bedrijvenpark de nodige zorg.

Financiële uitgangspositie

Om een goede invulling te geven aan de controlerende rol van de raad, wordt de raad vanaf 2019 met een tussentijdse actualisatie van de grondexploitaties geïnformeerd over de actuele stand van zaken. Deze tussentijdse actualisatie is middels de tweede kwartaalrapportage 2021 vastgesteld en vormt tevens de basis voor de meerjarenbegroting.

Ten opzichte van het Meerjarenperspectief Grondzaken 2021 (Jaarrekening 2020) zijn de uitgangspunten voor de grondexploitaties verder verbeterd:

  • De voorzieningen zijn met € 2,4 miljoen afgenomen tot € 45,6 miljoen. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de doorwerking van de voorjaarsnota ten aanzien van de subsidie Woningbouwimpuls en hogere verkoopopbrengsten bij A1 Bedrijvenpark.
  • In de 2e kwartaalrapportage 2021 is gemeld dat de winstgevende grondexploitaties op dit moment niet resulteren in extra baten. Wel mag er conform de BBV richtlijnen ieder jaar een bepaald bedrag van de verwachte winst als baten worden geboekt (zogeheten winstneming), op basis van de voortgang van ieder project. Door de gunstige ontwikkeling van deze grondexploitaties neemt ook de verwachte winstneming toe. Om deze baten mee te nemen in de P&C cyclus wordt voorgesteld om deze toe te voegen aan de meerjarenbegroting. Vanwege de onzekerheid in de timing en hoogte van de winstneming wordt daarbij 50% van de verwachte winstneming in ieder jaar begroot. Bij het jaarrekeningresultaat wordt de gerealiseerde winstneming gerapporteerd.De effecten van een stijging van programma & uitvoeringskosten is nog niet meegenomen in bovenstaande cijfers. Dit zal worden verwerkt in de actualisatie eind 2021 en zal leiden tot een beperkte stijging van de voorzieningen. Voor de winstgevende grondexploitaties is het resultaat (voor winstneming) met €2,6 miljoen verbeterd tot €10,1 miljoen. De belangrijkste oorzaak hiervan is de doorwerking van de grondexploitatie Steenbrugge die in juni 2021 door de raad is vastgesteld.  
  • De risico's waarvoor weerstandsvermogen wordt aangehouden is met €0,8 miljoen afgenomen tot €4,1 miljoen. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat voor een aantal belangrijke projecten meer zekerheid bestaat over de realisatie van de opbrengsten. Daarnaast kunnen de projectrisico's voor Steenbrugge worden opgevangen binnen de eigen exploitatieraming.