Op basis van de complete risico-inventarisatie (dus inclusief de risico’s met een risicoscore < 9) is de bruto benodigde weerstandscapaciteit circa €37 miljoen. Na het corrigeren van deze risico’s met een zekerheidsfactor (toepassen simulatiemodel) ontstaat een reële omvang van de benodigde weerstandscapaciteit die wordt gerelateerd aan de beschikbare weerstandscapaciteit.
Minimumnorm
Er zijn ook risico’s waar moeilijk rekening mee valt te houden, bijvoorbeeld de soms sterk fluctuerende accressen van de algemene uitkering (gemeentefonds), de rijksbezuinigingen of de politieke en economische ontwikkelingen. Voor deze niet gekwantificeerde risico’s en tegenvallers houdt Deventer een extra buffer aan (de zogenaamde minimumnorm).
Voor 2022 is de minimumnorm als volgt bepaald:
Bedragen begroting 2022 x €1 | Geraamd bedrag | Minimumnorm 2% |
Algemene uitkeringen (gemeentefonds)* | 178 miljoen | 3,6 miljoen |
Verwachte OZB capaciteit 2022** | 29 miljoen | 0,6 miljoen |
Totaal | 207 miljoen | 4,2 miljoen |
*) exclusief integratie- en decentralisatie uitkeringen en inclusief inkomstenmaatstaven OZB. Voor de meerjarenbegroting 2022-2025 is op basis van de verwachte toevoeging aan de algemene uitkering inzake de jeugdzorg een bedrag van €9 miljoen extra opgenomen. Deze toename in de algemene uitkering voor de jeugdzorg is namelijk nog niet meegenomen in de berekening van de algemene uitkering op basis van de meicirculaire 2021;
**) begroting 2022-2025: zie paragraaf Lokale heffingen.