De kwaliteitstoestand van de openbare ruimte heeft in Deventer veel aandacht van de burgers en het bestuur. Dit is niet vreemd aangezien de kwaliteitstoestand van deze ruimte het veiligheidsgevoel van de gebruikers sterk beïnvloedt. De beleving van de burgers wordt tweejaarlijks onderzocht met de leefbaarheidsmonitor. Binnen dit onderzoek is een specifieke indicator opgenomen voor verloedering van de fysieke ruimte, die direct beïnvloed wordt door de staat van onderhoud. In de programmabegroting hebben wij verschillende beoogde maatschappelijke effecten gesteld, die onder andere betrekking hebben op het belevingsaspect.
Om deze maatschappelijke effecten te realiseren willen wij met onze kapitaalgoederen in de openbare ruimte de volgende prestaties bereiken:

  • het in 2022 realiseren van het vastgestelde basis onderhoudskwaliteitsniveau voor de gemeente Deventer voor het aspect heel conform het uitvoeringsprogramma visie leefomgeving;
  • het in 2022 realiseren van het vastgestelde basis onderhoudskwaliteitsniveau voor de gemeente voor het aspect schoon (reiniging) conform het uitvoeringsprogramma visie leefomgeving.

Het basis onderhoudskwaliteitsniveau is de minimale kwaliteit die wij als gemeente de inwoners willen bieden. Waar mogelijk maken we gebruik van de beeld meetlatten die het CROW heeft ontwikkeld (landelijke systematiek). Deze kwaliteitsniveaus variëren van zeer hoog (A+) tot zeer laag (D). Deventer baseert de basiskwaliteit op 4 criteria:

  1. Minimale technische of wettelijke eisen;
  2. Kapitaalvernietigingsniveau;
  3. Leefbaarheid;
  4. Functionaliteit.

De basiskwaliteit is vastgelegd in het ‘Uitvoeringsprogramma visie Leefomgeving’ dat is september 2016 door het college vastgesteld. Op deze basiskwaliteit kan een plus worden gezet door de samenleving / inwoners dan wel door de Raad.
Hiermee voldoen wij aan de minimale eisen van de zorgplicht en treedt er geen kapitaalsvernietiging op. Doordat wij het basisniveau aanhouden, kan niet uitgesloten worden dat lokaal de openbare ruimte tijdelijk wel onder het onderhoudskwaliteitsniveau terecht komt. De beschikbare middelen zijn bij vrijwel alle onderdelen van de openbare ruimte voldoende om het afgesproken kwaliteitsniveau te kunnen halen. Er zijn 2 onderdelen waar we het niveau niet halen of niet lijken te halen. Met de huidige beschikbare middelen voor het onderhoud aan elementenverhardingen realiseren wij niet het basiskwaliteitsniveau. We garanderen echter wel een veiligheidsniveau. Voor onkruidbestrijding op verhardingen zijn vanaf 2017 extra middelen beschikbaar gekomen om de achterstand als gevolg van het stoppen met chemische bestrijding niet verder te laten toenemen. De verwachting is dat we ondanks deze extra middelen het basiskwaliteitsniveau niet gaan halen.
Wij monitoren het onderhoudskwaliteitsniveau op basis van de CROW meetlatten en aangevuld met visuele en / of technische inspecties. Met dit instrument kunnen wij beoordelen in hoeverre de openbare ruimte voldoende aansluit bij het uitvoeringsprogramma. Onvoldoende onderhoud kan leiden tot meer (schade) claims en financiële risico’s.
Binnen de begroting wordt meerjarig rekening gehouden met een toename van het te onderhouden areaal. In de jaren na de economische crisis bleek het daadwerkelijk accres aan areaal geringer als waar rekening mee wordt gehouden in de begroting. Inmiddels ligt het daadwerkelijk accres weer dicht bij het niveau van voor de economische crisis. De middelen die in de 'magere' jaren zijn bespaard zijn inmiddels alsnog toegevoegd aan het onderhoudsbudget.
Veel gemeenten krijgen in de toekomst te maken met vervanging van het areaal in de openbare ruimte. Voor de gemeente Deventer gaat het om een areaal met een waarde van circa €1,3 miljard. Doordat de openbare ruimte vaak is aangelegd met eenmalige middelen (grondexploitaties bij nieuwbouw en subsidies) zijn de vrijvallende kapitaallasten opgenomen in de begroting niet voldoende om de gehele vervangingsopgave op te vangen. In het 'Uitvoeringsprogramma visie leefomgeving' is geduid hoe groot het jaarlijks tekort 'theoretisch' is. In totaal gaat het om een bedrag van circa €5,9 miljoen per jaar voor met name straten, wegen pleinen, openbaar groen en civieltechnische kunstwerken. Vooralsnog manifesteert zich dit tekort niet doordat restlevensduren vaak nog enkele tientallen jaren zijn. De komende jaren is de vrijval van kapitaallasten nog voldoende om de noodzakelijke investeringen te kunnen dekken. Binnen de begroting wordt meerjarig rekening gehouden met een toename van het te onderhouden areaal. In sommige jaren is het daadwerkelijk accres aan areaal geringer als waar rekening mee wordt gehouden in de begroting. Besloten is om de komende jaren de middelen die niet nodig zijn voor het areaalaccres te reserveren voor de toekomstige vervangingsopgave. Daarvoor is op dit moment structureel €210.000 cumulatief beschikbaar. Wanneer dit tekort zich manifesteert is daarbij niet in beeld gebracht. Onder andere hiervoor stellen we een nota kapitaalgoederen op.

Nota Kapitaalgoederen

Het is noodzakelijk om periodiek in beeld te brengen of de financiële inrichting nog past bij de onderhouds- en vervangingsopgave.

  • Zoals aangegeven is er sprake van een theoretisch tekort op de vervangingsopgave van ca. 5,9 miljoen per jaar. Afgelopen jaren is het met de vrijgevallen kapitaallasten mogelijk gebleken om aan een groot deel van de vervangingsopgave invulling te geven. Het tekort op de opgave zal zich echter op enig moment manifesteren. Het is noodzakelijk om hier tijdig op te anticiperen door de vervangingsopgave voor de middellange termijn in beeld te brengen.
  • De indexeringen die in de gemeentebegroting verhouden zich niet altijd één op één met de indexeringen die in de markt optreden. Daardoor is het mogelijk dat de beschikbare middelen op de langere duur niet meer geheel passen bij het realiseren van onderhoud op het overeengekomen kwaliteitsniveau. Om die reden is het noodzakelijk om dit periodiek te herijken. We zijn bezig met de voorbereiding van de herijking.

In 2021 wordt de nota kapitaalgoederen voor programma Leefomgeving opgesteld. De resultaten daarvan zullen worden vertaald in de voorjaarsnota 2022.

Taakveld 2.1 verkeer en vervoer

Straten, wegen en pleinen

De middellange termijn vervangingsopgave wordt in de nota kapitaalgoederen in beeld gebracht.
In 2022 wordt 5,5 miljoen m2 areaal aan straten, wegen en pleinen beheerd. Het beleid voor 2022 is gericht op een gemiddeld onderhoudskwaliteitsniveau B voor asfaltwegen en C voor elementenverhardingen voor de gehele stad voor zowel de aspecten heel als schoon.
Het beleid in 2022 en verder is net als voorgaande jaren erop gericht om de planning en financiële dekking zoveel mogelijk af te stemmen op infrastructurele ontwikkelingen (herstructurering en aanpassingen in het kader van de hoofdwegenstructuur) die onder andere programma’s plaatsvinden. Uiterlijk april 2022 zijn de klein onderhoudsplannen jaarschijf 2022 voor de onderdelen asfalt, belijning, bebording, wegmeubilair en kunst opgesteld. Verder zal jaarschijf 2022 van het MJOP-MIND 2021-2024 worden gerealiseerd. We ronden de reconstructie van de Havezatelaan, inclusief rotonde Laan van Borgele af. We reconstrueren De Braam. We gaan verder met de fietspaden langs de Overstichtlaan, de Margijnenenk en de Lebuinuslaan. In het buitengebied wordt asfalt vervangen door beton op de fietspaden langs de Boxbergerweg en de Spanjaardsdijk. We gaan door met de buurtaanpak in de Rivierenwijk, in de Tjoenermarke en in het Oranjekwartier en we starten met buurtaanpak in Zandweerd Noord en in Tuindorp.
Conform de programmering in het MJOP-MIND 2021-2024 zijn diverse vervangingsinvesteringen voorzien. Het gaat om een totaal investering van ruim €4,6 miljoen (zie paragraaf investeringen). Dekking hiervan kan plaatsvinden binnen de vrijgevallen kapitaallasten uit vroegere investeringen.

Straatreiniging

Om de zone van de IJsseloevers tussen de bruggen meer geschikt te maken voor recreatieve doeleinden is een beheerplan opgesteld. Op basis van dit beheerplan zijn extra middelen beschikbaar voor afval, reiniging, toezicht en handhaving.

Civieltechnische kunstwerken en havengebonden constructies

De vervangingsopgave wordt via de nota kapitaalgoederen in beeld gebracht. Vooralsnog kan de vervangingsopgave worden gedekt uit de binnen het product vrijgevallen kapitaallasten.
In 2021 is gestart met het vervangen van 7 houten bruggen. Dit wordt in 2022 afgerond. In 2021 is een meerjarig bestek voor groot onderhoud op de markt gebracht. Dit bestek zal vanaf 2022 in werking treden.
In 2022 zal een gemiddeld onderhoudskwaliteitsniveau van C worden gerealiseerd. Uiterlijk mei 2022 zijn de kleine onderhoudsplannen en groot onderhoudsmeerjarenplan jaarschijf 2022 voor de kunstwerken opgesteld. Het onderhoudsbeleid is er op gericht de werken zo te onderhouden dat de betrouwbaarheid van het functioneren van de infrastructuur voldoende groot is.

Openbare verlichting

Op termijn geldt voor het complete areaal van de openbare verlichting dat deze op voldoende kwaliteitsniveau wordt onderhouden. Het gehele klein en verzorgend onderhoud is ondergebracht in een meerjarig onderhoudsbestek dat eens per 4 jaar op de markt wordt gebracht. Dat bestek voorziet er in dat minimaal 98% van de verlichting in de hele gemeente altijd functioneert.
Het onderhoud zal ook in 2022 conform het vastgestelde uitvoeringskader plaatsvinden.
Jaarlijks wordt een deel van de openbare verlichting vervangen. Dat gebeurt tegenwoordig altijd met LED verlichting. Inmiddels bestaat ca. 25 % van de openbare verlichting uit LED verlichting.

Ontwikkelingen op het gebied van SmartCity en de komst van 5G kunnen er voor gaan zorgen dat het areaal aan openbare verlichting in de nabije toekomst aanvullende functies gaat krijgen. De financiering, dekking en vervangingssystematiek zal op dat moment ook aan de orde komen. Een voorbeeld van een andere functie is het wetsvoorstel waarmee, als het doorgaat, geregeld gaat worden dat gemeenten dienen te gedogen dat 5G antennes ondergebracht moeten kunnen worden in gemeentelijke infrastructuur zoals lichtmasten.

Taakveld 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie

Groen, natuur en recreatie

Het zwaartepunt bij openbaar groen ligt in het dagelijks onderhoud. Het openbaar groen zal  op kwaliteitsniveau B (heesters, bodembedekkers, veiligheid bomen) en C (overig groen) worden onderhouden. Sinds 2018 worden de hagen  2x per jaar gesnoeid, nadat in 2017 bleek dat 1x snoeien tot verkeersonveilige situaties leidde. De huidige begrotingsmiddelen zijn voldoende om dit kwaliteitsniveau  in de komende jaren te garanderen.

Bij de 2e kwartaalrapportage 2019 is budget beschikbaar gesteld om het bomenbeheer op een andere manier te organiseren. Met strategisch bomenbeheer wordt de huidige snoeicyclus opgehoogd, waardoor de kwaliteit van het bomenbestand toeneemt. Dit leidt tot een betere beleving bij bewoners en een afname van het aantal meldingen. De huidige snoeicyclus van het snoeien van alle bomen 1x per 6 jaar gaat naar snoeien van alle bomen 1x per 3 jaar. Daarbij worden in de cyclus van 3 jaar alleen de bomen gesnoeid waarbij dat noodzakelijk is. Om te kunnen vaststellen in hoeverre snoeien noodzakelijk is, vindt een uitgebreidere Boom Veiligheid Controle (BVC+) plaats. Hierdoor kan eerder worden bijgestuurd en worden tekortkomingen/ziektes eerder gesignaleerd. Het digitaal vastleggen van de BVC+ keuring en eenduidige wijze (uitgangspunten Handboek Bomen) zorgt voor meer inzicht in snoeibeelden en ontwikkeling bomen en daardoor een betere voorspelbaarheid.

De werkzaamheden worden in 2022 uitgevoerd door Het Groenbedrijf binnen de kaders van een vastgestelde dienstverleningsovereenkomst en het bijbehorende onderhoudsbestekken.

De vervangingsopgave wordt in beeld gebracht via de Nota kapitaalgoederen. Vooralsnog is de vervangingsstrategie bij groen er op gericht om de levensduur zo veel mogelijk op te rekken door het blijven uitvoeren van klein en regulier onderhoud, ook al is er sprake van functieverlies. Indien vervanging noodzakelijk is, kiezen wij voor een laagwaardiger kapitaalgoed waardoor minder onderhoudsbudget nodig is.

In 2021 is een bijgesteld bomenbeleidsplan vastgesteld. Door het aannemen van een amendement heeft de raad besloten om de systematiek rond laanboomverjonging aan te passen. We brengen in beeld hoe deze aanpassing doorwerkt in de reeds geprogrammeerde cyclus van laanboomverjonging.

Openbare speelgelegenheden

De kwaliteit van de speelvoorzieningen voldoet aan de eisen uit de Warenwet Attractie- en speeltoestellen, het “attractiebesluit”. Onder de noemer Samen Ruimte Geven heeft de raad in 2015 bezuinigingen op de speelvoorzieningen vastgesteld. Sindsdien is het beleid dat schoolpleinen en speeltuinverenigingen dé speelplekken zijn met toestellen en voorzieningen voor alle leeftijden. Binnen een straal van 300 meter rondom scholen en speeltuinverenigingen worden de speelplekken opgeheven of omgevormd tot plekken met speelaanleidingen en ‘natuurlijk spelen’. Als bewoners iets anders willen, kan dat in overleg worden bepaald en is er éénmalig €5.000 beschikbaar voor de speelplek. De omvorming en het overleg met bewoners zijn uitbesteed aan de combinatie Sportbedrijf/Groenbedrijf en Stichting Tevreden. Stichting Tevreden heeft een subsidie ontvangen van €450.000 voor het omvormen van circa 90 plekken in 10 jaar.

Taakveld 7.2 Riolering

Het beleid voor riolering en waterbeheer ligt vast in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2015-2020. In het GRP zijn doelen opgenomen die het functioneren van het gehele stelsel moeten garanderen. Als de omgevingswet in werking treedt vervalt de planplicht voor een grp. Om die reden is in 2020 en 2021 het vigerend grp met een jaar verlengd. In 2021 wordt gewerkt aan een nieuw grp dat zal functioneren als een uitvoeringsprogramma onder de omgevingswet.
Voor 2022 zijn er geen aanwijzingen dat de kwaliteit van het onderhoudsniveau zal afwijken van hetgeen in het grp is vastgelegd. Uiterlijk april 2022 zijn de kleine onderhoudsplannen jaarschijf 2022 voor de de riolering en de afwateringsystemen opgesteld. Het klein en verzorgend onderhoud aan rioolgemalen, pompputten en bergbezinkbassins is ondergebracht in meerjarige onderhoudsbestekken die eens per 4 jaar op de markt worden gebracht.

In 2022 en verder zal het beheer van de riolering en de waterhuishouding zodanig worden uitgevoerd, dat de openbare ruimte, waarin de riolering zich bevindt, kan worden onderhouden op de vastgestelde onderhoudskwaliteitsniveaus.
De investeringsbehoefte die uit de verlenging van het grp naar voren komt wordt onttrokken aan de programmering uit het vigerend MJOP-MIND 2021-2024. De investeringen worden gedekt door de hieruit voorkomende kapitaallasten op te nemen in de exploitatiebegroting en te dekken via de rioolheffing.